Een rode peper genaamd HP22B is sinds 2013 officieel de allerpittigste peper ter wereld. Even vergelijken: dat is 750 keer pittiger dan een schep sambal! Hier tussenin zit gelukkig nog een heel scala aan heerlijke smaakmakers voor al jouw snacks en maaltijden. In dit artikel vertellen we je er alles over.
Wat zijn chilipepers en waar komen ze vandaan?
Hete peper of chilipeper is de verzamelnaam voor vruchten van het capsicum-geslacht. Deze zijn weer onderdeel van de nachtschadefamilie waar ook tomaten en aardappels toe behoren. Overigens vallen gewone paprika’s ook onder het capsicum-geslacht.
Van origine komen de vruchten uit Mexico. En al een kleine negen millennia zijn ze daar onderdeel van het dieet: archeologen vonden sporen van chilipepers die uit 7.500 voor Christus dateren. De capsaïcine in de pepers voorkomt bederf van de etenswaren waar je ze mee mengt. Reuze praktisch in een tijdperk waarin men het zonder koelkast of vacuüm getrokken verpakkingen moest doen. Bij de Maya’s en Azteken werden pepers ook gebruikt als medicijn. Laatstgenoemden kunnen we trouwens bedanken voor de naamgeving. Het woord ‘chili’ komt uit het Nahuatl, een Azteekse taal. In 1493 – een jaar nadat Columbus Amerika ontdekte – arriveerden de eerste pepers in Spanje en honderd jaar later werden ze al grootschalig verhandeld in Azië.
Welke soorten zijn er?
Heb je even? Alleen in Mexico bestaan er al meer dan honderd verschillende soorten. En ze zijn er in verschillende kleuren en vormen. De kleinste chilipepers ter wereld halen de vier millimeter niet eens, terwijl grotere varianten soms langer zijn dan dertig centimeter. In Nederland zijn vooral de Spaanse peper en jalapeñopeper erg populair, en in de meeste supermarkten zijn ook rawits en Madame Jeanettepepers te koop.
Aangetoond is dat in landen met een warmer klimaat ook meer specerijen er worden gebruikt. In Azië, het Midden-Oosten en in Latijns-Amerika vind je dan ook meer gerechten met pepers in de lokale keuken. Eet je bijvoorbeeld Mexicaans, dan vind je ze terug in enchiladas verdes, chili con carne of conchinita pibil – een Mexicaanse pulled pork-variant. In Azië zijn de meeste curries doorspekt met hete pepers en in Chinese kung pao of Thaise pad thai worden ze ook gebruikt. De Verenigde Staten staan weer bekend om hun heuse hotsauce-cultuur: je chicken wings eten met zo heet mogelijke saus.
Nu we het er toch over hebben: er bestaat een graadmeter voor peper-hitte. Wilbur Scoville bedacht hem in 1912. Het aantal units in zijn zogeheten ‘Scoville scale’ geeft aan hoe vaak een peper verdund moet worden tot je geen scherpte meer waarneemt. Een jalapeñopeper met een Scoville-waarde van achtduizend, moet dus achtduizend keer verdund worden, wil je niks meer proeven.
Gemiddeld tikt de allerheetste peper HP22B, ook wel Carolina Reaper genoemd, rond de anderhalf miljoen Scoville-units aan, maar er zijn uitschieters geweest van 2,2 miljoen. Dat maakt ze om en nabij even scherp als pepperspray.
Hebben ze gezondheidsvoordelen?
De Carolina Reaper daar gelaten, ja. Het British Medical Journal publiceerde vorig jaar een vrij uitgebreide studie omtrent chilipepers. Wat blijkt? Ze zijn voordelig voor je gezondheid. Een soortgelijk onderzoek uit China – met maar liefst een half miljoen proefpersonen – stelt zelfs dat het sterftecijfer van mensen die een of twee keer per week pittig eten, tien procent lager ligt dan bij mensen die nooit pittig eten. Voor echte heethoofden, lees: mensen die zes à zeven keer per week spicy dineren, ligt dit nog lager. Pepervreters hebben bijvoorbeeld een lagere kans op kanker, hart- en vaatziekten en diabetes, stelt het onderzoek.